zwaaien

Z Wikislovníku
Skočit na navigaci Skočit na vyhledávání

nizozemština[editovat]

výslovnost[editovat]

sloveso[editovat]

  • slabé
  • intranzitivní

časování[editovat]

kategorie tvar
infinitiv zwaaien
1. osoba zwaai
3. osoba zwaait
množné číslo zwaaien
préteritum zwaaide
prét. množ. č. zwaaiden
perfektum gezwaaid

význam[editovat]

  1. mávat, zamávat
    • We komen elk jaar, de leukste pieten op de boot, we komen elk jaar, bij jou met zakken vol cadeaus. We komen elk jaar, en brengen grote bergen snoep. We komen elk jaar, ja elk jaar. We gaan zwaaien, ja allen zwaaien, naar de Sint. He! De lieve Sint, he! We gaan zwaaien, We zwaaien met z'n allen naar de Sint Sint, sint, sint,[1]

související[editovat]

poznámky[editovat]

  1. Zwarte Pieten Stijl