wetenschapper

Z Wikislovníku
Skočit na navigaci Skočit na vyhledávání

nizozemština

[editovat]

výslovnost

[editovat]

etymologie

[editovat]

Odvozeno příponou -er od substantiva wetenschap, jde patrně o pozdní kalk německého Wissenschaftler téhož významu.

podstatné jméno

[editovat]
  • rod mužský

skloňování

[editovat]
Substantivum singulár plurál
nominativ wetenschapper wetenschappers

význam

[editovat]
  1. vědec, badatel
    • Wetenschappers hebben de reden ontdekt dat nachtegalen zo’n mooie liederen kunnen fluiten. – Vědci objevili příčinu toho, že slavíci dokáží klokotat tak krásným zpěvem.[1]
    • Welke rol spelen kinderen in deze corona-epidemie? Het is iets waar wetenschappers nog niet uit zijn. Aanvankelijk gingen virologen ervan uit dat kinderen wel eens de motor zouden kunnen zijn van de corona-epidemie, net zoals bij griep. (...) Hoe komt het dat wetenschappers de ene keer zus zeggen en de andere keer zo? "Dit is hoe wetenschap werkt. Iedereen zit daar nu realtime naar te kijken.[2]
    • Volgens de wetenschappers zijn apps die een beroep willen doen op het verzamelen van locatiegegevens geen optie. Om verschillende redenen.[3]
    • De wetenschappelijke publicatie van de groep van tien wetenschappers ligt ter beoordeling klaar bij het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature, meldt Erasmus Magazine, dat de ontdekking een wereldprimeur noemt.[4]

synonyma

[editovat]
  1. geleerde, -loog

související

[editovat]

poznámky

[editovat]